Van pionier tot partner
Nieuwe rollen
Directeur Lilianne Ploumen verliet de organisatie in 2001. Onder haar leiding waren de inkomsten meer dan verdubbeld en het aantal (meest parttime) medewerkers gegroeid van zes in 1996 naar 22 in 2001. Zij had in 2001 op de valreep het Garantiefonds, het Cultuurfonds, het Zuidenfonds, en het Midden- en Oost- Europafonds in één Stichting Mama Cash ondergebracht. De voorheen autonome fondsen werden afdelingen van de organisatie. De vrijwilligers van de vroegere fondsbesturen werden lid van adviesraden, die de managers van de verschillende afdelingen adviseerden. Mama Cash had nu één bestuur dat de dagelijkse leiding delegeerde aan de directeur, die de managers en staf aanstuurde. De rollen waren in het nieuwe millennium omgekeerd, de vrijwilligers waren adviseurs geworden van de betaalde krachten. Professionals hadden definitief het werk van de vrijwilligers overgenomen.
Stokje overdragen
De nieuwe directeur Ellen Sprenger, afkomstig van ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib, zette de professionalisering van de organisatie verder door. Zij nam nieuwe, meer gespecialiseerde medewerkers in dienst. Sommige vrijwilligers pasten zich aan hun nieuwe rol aan, anderen hadden daar meer moeite mee. Voor oprichter Marjan Sax was het spannende eraf. Sax: ‘Ik had het gevoel dat Mama Cash klaar was, Mama Cash had weinig meerwaarde meer.’ (bekijk interview) Er was een nieuwe generatie aangetreden met frisse ideeën en een nieuw perspectief. Het was tijd het stokje over te dragen.
Partner in wereldwijd netwerk
Ondertussen was in de loop van de jaren de positie van Mama Cash binnen de wereld van vrouwenrechten ingrijpend veranderd. Halverwege de jaren 90 was ze in omvang voorbijgestreefd door het Amerikaanse Global Fund for Women. En vanuit de verschillende vrouwenbewegingen waren inmiddels vijftien onafhankelijke vrouwenfondsen in Azië, Latijns-Amerika, Afrika, de Pacific en Europa opgericht. Mama Cash was partner geworden in een groeiend wereldwijd netwerk van vrouwenfondsen.
Grenzen verleggen
Sprenger gaf de aanzet tot het eerste strategisch vijfjarenplan in het bestaan van Mama Cash. Op zogenaamde ‘scenariodagen’ staken bestuur en staf de koppen bij elkaar. Net als zeven jaar daarvoor, vond men dat Mama Cash meer focus nodig had, meer scherpte en meer smoel. Het werkveld was te breed geworden, per jaar werden meer dan vierhonderd vrouwengroepen met veelal kleine bedragen gesteund. Resultaten waren moeilijk te meten. Het was duidelijk dat er keuzes moesten worden gemaakt. Sprenger: ‘Mijn inzet was om te professionaliseren met behoud van het unieke van Mama Cash: het verleggen van grenzen en het steunen van baanbrekende pioniers op het gebied van vrouwenrechten. Dat was geen gemakkelijk proces en het stuitte intern ook op weerstand.’
Professionaliseren en radicaal zijn gaan samen
Het was Sprengers stellige overtuiging dat professionaliseren en radicaal zijn samengaan: ‘Mama Cash stond bekend als een nogal chaotische club. Ik wilde Mama Cash op een hoger plan brengen, haar invloedssfeer en haar zichtbaarheid bij financiers vergroten. Ik wilde dat Mama Cash een groter stempel ging drukken op de wereld.’ Marjan Sax vond dat verder professionaliseren een risico inhield: ‘Professionaliseren is nodig om de continuïteit en de kwaliteit van een organisatie te garanderen. Maar het gaat altijd gepaard met meer bureaucratie, de grote vijand van activisme.’ (bekijk interview)
Eerste strategisch vijfjarenplan
De discussies resulteerden in het eerste strategisch vijfjarenplan 2004 – 2008 met als titel She makes the difference. Pijnlijke beslissingen werden niet uit de weg gegaan. Het Garantiefonds werd wegens succes opgeheven. Men zag geen noodzaak meer vrouwelijke ondernemers te steunen, omdat zij inmiddels door banken voor vol werden aangezien. Ook de in 1991 door het Cultuurfonds ingestelde Mama Cash Kunstprijs werd afgeschaft. Inmiddels hadden vrouwelijke kunstenaars een grotere plek in de kunstwereld voor zich opgeëist.
Tot nu toe was Mama Cash pas over haar toekomst na gaan denken als zich een crisis voordeed. In 2003 nam Mama Cash zich voor elke vijf jaar haar strategie te herzien, zodat de organisatie zich met geplande sprongen kon ontwikkelen.
Flexibiliteit en wendbaarheid
Oud-penningmeester Louise van Deth heeft veel waardering voor de slimme manier waarop Mama Cash haar geld inzette. De beslissing om het Garantiefonds op te heffen omdat de missie ervan was volbracht, vond ze moedig. Net als het afwijken van de criteria voor toekenning van subsidie als daar een dwingende of inspirerende reden voor was. ‘Die flexibiliteit en wendbaarheid van Mama Cash hebben me altijd erg aangetrokken,’ aldus Van Deth. (bekijk interview)
Afscheid laatste oprichters
In 2003 namen de laatste oprichters Marjan Sax en Lida van den Broek afscheid. Met hun vertrek was definitief een nieuw tijdperk aangebroken. Carine van de Brink, die al vele jaren verbonden was aan het Garantiefonds, volgde Marjan Sax op als voorzitter van het bestuur. Louise van Deth verliet in 2004 het bestuur: radicaler, wijzer en vol bewondering over wat Mama Cash teweeg had gebracht. (bekijk interview)
In de jaren 2001 – 2003 gaf Mama Cash 3.867.000 euro aan 1197 groepen. In 2003 waren er 16 betaalde krachten op voltijdsbasis in dienst en er waren 12 vrijwilligers part-time verbonden aan Mama Cash.