Lin Chew
Toen Lin Chew in 1994 werd gevraagd voor het bestuur van het Mama Cash Zuidenfonds, werkte ze bij de Stichting tegen Vrouwenhandel die ze zelf in 1987 had opgericht. Het was Phebe Deug, bestuurslid van de Stichting tegen Vrouwenhandel, die haar introduceerde bij Mama Cash.
Lin voelde zich direct aangetrokken tot de organisatie: ‘Mama Cash stond voor de “vrouwenbevrijdingsstrijd”, vrouwen bevrijdden zich van vooroordelen en onderdanigheid, die hun op grond van hun sekse was toebedeeld. Mama Cash had een radicaal élan, ze had durf en lef. Ze pakte alle taboe-onderwerpen aan, en ze steunde zonder voorbehoud vrouwen in de marges van de samenleving. Dat sprak me aan, want ik hield me bezig met kwesties rond migrantenvrouwen en -werk, en met de positie van migranten in een voor hen totaal vreemde cultuur. Ook zelf was ik als migrant van Singapore naar Nederland gekomen.’
Om een keuze te maken uit de groepen die een subsidie-aanvraag hadden gedaan, kregen de bestuursleden van het Zuidenfonds in het begin stapels aanvragen mee naar huis, of ze werden per post bezorgd. Later maakte Will Jansen, manager van het Cultuurfonds, een voorselectie op grond van de criteria. ‘Lin: We pasten die criteria in de loop van de jaren weliswaar aan, maar in essentie bleven ze dezelfde. Mama Cash bleef altijd trouw aan haar visie dat vrouwen de baas zijn over zichzelf, dat een groep moest worden geleid door vrouwen, en dat hun activiteiten op een of andere manier verandering in machtsrelaties en machtsstructuren teweeg zouden brengen. Louter liefdadige projecten, die alleen maar de symptomen bestreden zonder analyse en bevraging van machtsrelaties, kregen geen steun.
Toen in 2001 het Zuidenfonds werd opgeheven, werd het werk van de vrijwilligers in het bestuur overgenomen door betaalde krachten. Lin, die inmiddels was verhuisd naar Hong Kong en daar met een groep feministen het vrouwenfonds Her Fund had opgezet, werd lid van het netwerk van lokale adviseurs van Mama Cash. Lin: ‘Lokale adviseurs waren heel belangrijk voor Mama Cash, de staf in Amsterdam kende de omstandigheden ter plekke niet. Ik wilde mijn steentje bijdragen door hen zo goed mogelijk te informeren. We hadden regelmatig goede discussies, met name rondom vrouwenhandel en sekswerk, dat was mijn specialisatie in die tijd.’
Toen eind 2004 een tsunami honderdduizenden slachtoffers had gemaakt aan de kusten van Zuidoost-Azië en de eilanden in de Stille Oceaan, bezocht Lin Sri Lanka en Atjeh in het noorden van Sumatra, op zoek naar vrouwengroepen die Mama Cash zou kunnen ondersteunen. Lin schreef Mama Cash: ‘Vrouwengroepen rapporteren misbruik van vrouwen en meiden en groepsverkrachtingen, niet alleen in opvangkampen, maar ook tijdens reddingswerkzaamheden. Hiervan wordt geen aangifte gedaan bij de politie. De stilte rondom het geweld tegen vrouwen is oorverdovender dan het gebulder van de golven van de tsunami. Tijdens mijn tocht kan ik alleen maar denken: “hoe kunnen we deze vrouwen steunen, behalve met de belofte dat we er voor hen zullen zijn gedurende het lange proces van herstel”?’
In 2006 werd Lin lid van het bestuur van Mama Cash toen het bestuur voor het eerst internationale bestuursleden in haar midden had. Bestuur en staf maakten een nieuw strategisch plan voor de periode 2009 – 2013, On the Move for Women’s Rights. Lin: ‘Door de input van de internationale bestuursleden zette Mama Cash haar ramen verder open naar de wereld. Ze stond meer open om nieuwe dingen te leren en te begrijpen, als onderdeel van de wereldwijde vrouwenbeweging. Hoewel Mama Cash met elk nieuw strategisch plan andere doelen en prioriteiten had, veranderde haar visie nooit. Mama Cash is altijd heel zorgvuldig omgegaan met de essentie waar ze voor staat, ze past alleen de details aan veranderde omstandigheden aan.’
Lin Chew, tijdens haar afscheid na afloop van haar tweede en laatste termijn als bestuurslid in 2012: ‘Mama Cash heeft als geldverstrekker een specifieke en duidelijke rol in haar relatie met vrouwenorganisaties. In deze rol heeft ze een substantiële bijdrage geleverd aan discussies met de groepen die ze steunt en aan discussies met collega-fondsen. Ik denk dat haar bijdrage op het gebied van het ondersteunen van LGBTQ-rechten (lesbisch, gay, biseksueel, transgender, intersex en queer) en rechten van sekswerkers het belangrijkst is geweest. Voor Mama Cash hoorden deze groepen bij de vrouwenbeweging. Mama Cash was de eerste die hen ondersteunde, niet alleen financieel, ze stimuleerde hen ook om door te gaan met hun strijd.
Direct na haar laatste bestuursvergadering van Mama Cash in september 2012 ging Lin linea recta naar het kantoor van het Red Umbrella Fund, een door sekswerkers geleid fonds dat onderdak heeft in het kantoor van Mama Cash, om de staf, die tegen een deadline zat, te helpen tijdig de stapels aanvragen te verwerken. Het is niet alleen Mama Cash die trouw is gebleven aan haar visie, ook Lin’s inzet voor vrouwenrechten zal nooit veranderen.