Groei gaat gepaard met stuipjes
Toen Mama Cash de puberleeftijd bereikte, raakten de hormonen op drift. De organisatie was flink gegroeid. De Wereldvrouwenconferentie in Beijing in 1995 had nieuwe energie en inspiratie gegeven en in 1996 werd Mama Cash onderscheiden met de Joke Smitprijs, de emancipatieprijs van de Nederlandse regering. In dat zelfde jaar ontving Mama Cash voor het eerst subsidie van een ontwikkelingsorganisatie, van Novib. Ook was in 1996 op initiatief van erfdochter Johanna het door haar gefinancierde Midden- en Oost-Europafonds van start gegaan. Desondanks heerste er een crisissfeer. ‘Groei gaat gepaard met stuipjes’, staat te lezen in het jaarverslag over 1996. Men was ontevreden over een gebrek aan beweging van Mama Cash. Was ze nog wel de luis in de pels die ze wilde zijn?
Nieuwe initiatieven versus onderhoud
Op de Wereldvrouwenconferentie in Beijing in 1995 had Mama Cash te horen gekregen dat ‘Noord-Zuidhulp’ een nieuwe vorm van kolonialisme was. Dat versterkte het gevoel dat er een kloof bestond tussen het Amsterdamse Mama Cash en de groepen in het Zuiden die ze wilde steunen.
Ook het Cultuurfonds keek wat betreft het honoreren van aanvragen uit Nederland kritisch naar zichzelf. ‘Witte vrouwen zijn meer met onderhoud en consolidatie bezig dan met vernieuwing’, vermeldt het jaarverslag over 1996. Met andere woorden: meer van hetzelfde ondersteunen was niet wat Mama Cash wenste en gewend was te doen. ‘Vernieuwing komt vooral van de kant van allochtonen- en migrantengroepen.’ En dat paste wel bij Mama Cash.
Lilianne Ploumen en Jos Esajas
Onderscheidend vermogen
Oprichter Marjan Sax kan zich de knagende twijfel van toen nog goed herinneren. Sax: ‘Mede onder invloed van Mama Cash was inmiddels tot iedereen doorgedrongen hoe belangrijk vrouwen waren voor de ontwikkeling van de wereld.’ Waar Mama Cash voorloper in was, bleek ondertussen gemeengoed geworden. Vrouwelijke ondernemers zetten bedrijven op en organisaties als Novib en Hivos hadden inmiddels een eigen programma voor vrouwen. Sax: ‘Het onderscheidend vermogen van Mama Cash was verdwenen. Wij waren geen voorhoede meer. Het was onduidelijk hoe dat veranderd kon worden. Wat was nog de niche van Mama Cash?’ In juli 1996 werden de twijfels op papier gezet en een beleidsgroep ging op zoek naar nieuwe perspectieven.
Wisseling van generaties
Afscheid Dorelies en Patty
De crisis werd met een personeelswissel het hoofd geboden. Fondsenwerver Lilianne Ploumen werd in 1997 de eerste directeur. Ze had een lijstje met prioriteiten: arbeid en zorg; macht en invloed; genderspecifieke gezondheidszorg; seksueel geweld; vrouwenhandel en gedwongen prostitutie; en duurzame ontwikkeling. In Nederland moest de vernieuwing komen van zwarte vrouwen en er moest meer aansluiting gezocht worden bij jonge vrouwen. De tijd was aangebroken voor een wisseling van generaties binnen Mama Cash. Er kwamen nieuwe en jongere betaalde krachten. Oprichters Patti Slegers en Dorelies Kraakman verlieten de organisatie in 1997.
Hernieuwde kracht
De jongere generatie keek anders aan tegen de identiteitscrisis. Nancy Jouwe, vanaf 1998 manager van het Cultuurfonds: ‘Toen ik begon, hadden de oprichters van Mama Cash nog een actieve rol. Ik heb ze allemaal zien vertrekken. Het was niet mijn crisis. Ik was onderdeel van de vernieuwing, net als Lilianne Ploumen. De nieuwe vrouwen belichaamden het zoeken naar nieuwe perspectieven.’ Lilianne Ploumen noemt deze periode terugkijkend een ‘omslag’. Daarbij was wat haar betreft van een generatiekloof geen sprake. (bekijk interview) Hoe je het achteraf ook duidt, Mama Cash kwam met hernieuwde kracht uit deze crisis te voorschijn.
Van pionier tot partner
Nieuwe rollen
Mama Cash personeel met Ellen Sprenger rechts onderaan
Directeur Lilianne Ploumen verliet de organisatie in 2001. Onder haar leiding waren de inkomsten meer dan verdubbeld en het aantal (meest parttime) medewerkers gegroeid van zes in 1996 naar 22 in 2001. Zij had in 2001 op de valreep het Garantiefonds, het Cultuurfonds, het Zuidenfonds, en het Midden- en Oost- Europafonds in één Stichting Mama Cash ondergebracht. De voorheen autonome fondsen werden afdelingen van de organisatie. De vrijwilligers van de vroegere fondsbesturen werden lid van adviesraden, die de managers van de verschillende afdelingen adviseerden. Mama Cash had nu één bestuur dat de dagelijkse leiding delegeerde aan de directeur, die de managers en staf aanstuurde. De rollen waren in het nieuwe millennium omgekeerd, de vrijwilligers waren adviseurs geworden van de betaalde krachten. Professionals hadden definitief het werk van de vrijwilligers overgenomen.
Stokje overdragen De nieuwe directeur Ellen Sprenger, afkomstig van ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib, zette de professionalisering van de organisatie verder door. Zij nam nieuwe, meer gespecialiseerde medewerkers in dienst. Sommige vrijwilligers pasten zich aan hun nieuwe rol aan, anderen hadden daar meer moeite mee. Voor oprichter Marjan Sax was het spannende eraf. Sax: ‘Ik had het gevoel dat Mama Cash klaar was, Mama Cash had weinig meerwaarde meer.’ (bekijk interview) Er was een nieuwe generatie aangetreden met frisse ideeën en een nieuw perspectief. Het was tijd het stokje over te dragen.
Partner in wereldwijd netwerk
Ondertussen was in de loop van de jaren de positie van Mama Cash binnen de wereld van vrouwenrechten ingrijpend veranderd. Halverwege de jaren 90 was ze in omvang voorbijgestreefd door het Amerikaanse Global Fund for Women. En vanuit de verschillende vrouwenbewegingen waren inmiddels vijftien onafhankelijke vrouwenfondsen in Azië, Latijns-Amerika, Afrika, de Pacific en Europa opgericht. Mama Cash was partner geworden in een groeiend wereldwijd netwerk van vrouwenfondsen.
Grenzen verleggen Sprenger gaf de aanzet tot het eerste strategisch vijfjarenplan in het bestaan van Mama Cash. Op zogenaamde ‘scenariodagen’ staken bestuur en staf de koppen bij elkaar. Net als zeven jaar daarvoor, vond men dat Mama Cash meer focus nodig had, meer scherpte en meer smoel. Het werkveld was te breed geworden, per jaar werden meer dan vierhonderd vrouwengroepen met veelal kleine bedragen gesteund. Resultaten waren moeilijk te meten. Het was duidelijk dat er keuzes moesten worden gemaakt. Sprenger: ‘Mijn inzet was om te professionaliseren met behoud van het unieke van Mama Cash: het verleggen van grenzen en het steunen van baanbrekende pioniers op het gebied van vrouwenrechten. Dat was geen gemakkelijk proces en het stuitte intern ook op weerstand.’
Professionaliseren en radicaal zijn gaan samen
Het was Sprengers stellige overtuiging dat professionaliseren en radicaal zijn samengaan: ‘Mama Cash stond bekend als een nogal chaotische club. Ik wilde Mama Cash op een hoger plan brengen, haar invloedssfeer en haar zichtbaarheid bij financiers vergroten. Ik wilde dat Mama Cash een groter stempel ging drukken op de wereld.’ Marjan Sax vond dat verder professionaliseren een risico inhield: ‘Professionaliseren is nodig om de continuïteit en de kwaliteit van een organisatie te garanderen. Maar het gaat altijd gepaard met meer bureaucratie, de grote vijand van activisme.’ (bekijk interview)
Eerste strategisch vijfjarenplan De discussies resulteerden in het eerste strategisch vijfjarenplan 2004 – 2008 met als titel She makes the difference. Pijnlijke beslissingen werden niet uit de weg gegaan. Het Garantiefonds werd wegens succes opgeheven. Men zag geen noodzaak meer vrouwelijke ondernemers te steunen, omdat zij inmiddels door banken voor vol werden aangezien. Ook de in 1991 door het Cultuurfonds ingestelde Mama Cash Kunstprijs werd afgeschaft. Inmiddels hadden vrouwelijke kunstenaars een grotere plek in de kunstwereld voor zich opgeëist.
Tot nu toe was Mama Cash pas over haar toekomst na gaan denken als zich een crisis voordeed. In 2003 nam Mama Cash zich voor elke vijf jaar haar strategie te herzien, zodat de organisatie zich met geplande sprongen kon ontwikkelen.
Flexibiliteit en wendbaarheid Oud-penningmeester Louise van Deth heeft veel waardering voor de slimme manier waarop Mama Cash haar geld inzette. De beslissing om het Garantiefonds op te heffen omdat de missie ervan was volbracht, vond ze moedig. Net als het afwijken van de criteria voor toekenning van subsidie als daar een dwingende of inspirerende reden voor was. ‘Die flexibiliteit en wendbaarheid van Mama Cash hebben me altijd erg aangetrokken,’ aldus Van Deth. (bekijk interview)
Afscheid Marjan Sax
Afscheid laatste oprichters In 2003 namen de laatste oprichters Marjan Sax en Lida van den Broek afscheid. Met hun vertrek was definitief een nieuw tijdperk aangebroken. Carine van de Brink, die al vele jaren verbonden was aan het Garantiefonds, volgde Marjan Sax op als voorzitter van het bestuur. Louise van Deth verliet in 2004 het bestuur: radicaler, wijzer en vol bewondering over wat Mama Cash teweeg had gebracht. (bekijk interview)
In de jaren 2001 – 2003 gaf Mama Cash 3.867.000 euro aan 1197 groepen. In 2003 waren er 16 betaalde krachten op voltijdsbasis in dienst en er waren 12 vrijwilligers part-time verbonden aan Mama Cash.
Uitgangspunten
de oprichters aan de keukentafel
Radicaal
De vijf oprichters van Mama Cash combineerden geld geven met activisme. In de statuten kwam te staan dat Mama Cash wereldwijd ‘emancipatie en feminisme’ wilde bevorderen. In het eerste jaarverslag over de jaren 1983 – 1986 staat te lezen: ‘Voor Mama Cash is het feminisme een radicale veranderingsstrategie. Daaruit volgt dat zij zich eerder op verandering dan op behoud van het bestaande richt’. Ook moesten witte, westerse normen en de heteronorm worden doorbroken. Om voor een gift, lening of garantie in aanmerking te komen, moest een organisatie geleid worden door een vrouw of een vrouwencollectief. Oprichter Marjan Sax: ‘Wat Mama Cash zo bijzonder maakte was dat wij zelf onderdeel waren van de vrouwenbeweging.’ (bekijk interview)
Lijfelijke zelfbeschikking
Mama Cash ondersteunde initiatieven van vrouwen in Nederland en de ‘Derde Wereld’ (zoals veel landen in het Zuiden in die tijd werden genoemd). Autonomie, het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen over eigen leven en lichaam, was in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw een centraal thema binnen de vrouwenbeweging. En dus ook voor Mama Cash.
De lesbische oprichters focusten de eerste jaren vooral op lijfelijke zelfbeschikking. Lesbische vrouwen moesten zichtbaar zijn en de heteronorm moest worden doorbroken. Sekswerkers hadden dezelfde rechten als alle vrouwen. Vrouwen moesten vrije toegang hebben tot veilige abortus. Er moest opvang zijn na geweld en er moest gewerkt worden aan preventie van geweld. Ook vrouwen die zich verzetten tegen besnijdenis konden op Mama Cash rekenen. In Nederland werden met name activiteiten van groepen van zwarte vrouwen ondersteund.
Geen onderhoud
Mama Cash gaf vooral startsubsidies. Marjan Sax: ‘Geen onderhoud!’ Nieuwe initiatieven die niet tot de mainstream behoorden, genoten de voorkeur. Ongebaande paden waren het spannendst. ‘We voerden enerverende discussies met elkaar of we een aanvraag feministisch vonden of niet’, zegt founding mamaLida van den Broek. (bekijk interview)
My Sin Rotterdam
Startende ondernemers In Nederland konden ook startende vrouwelijke ondernemers bij Mama Cash aankloppen voor financiële ondersteuning in de vorm van een lening of een borgstelling. In de jaren 80 van de vorige eeuw waren er in Nederland nauwelijks vrouwelijke ondernemers. ‘Vrouwen en geld’ was noch voor banken, noch maatschappelijk een thema. Banken hadden vooroordelen over het ondernemerschap van vrouwen en waren huiverig zaken met hen te doen. Als vrouwen al aan ondernemen dachten, dan ging het meestal om het opzetten van een klein bedrijfje en ‘kleinkapitaal’ interesseerde de banken doorgaans niet.
Huishoudportemonneementaliteit
Mama Cash wilde zowel banken als vrouwen stimuleren om elkaar als zakenpartners te zien. Banken moesten hun koudwatervrees overwinnen en vrouwelijke ondernemers moesten leren kapitaal te lenen. Vrouwen moesten ook hun ‘huishoudportemonneementaliteit’ afleggen: ‘Als het geld op is, geven vrouwen niets meer uit’, staat er in het eerste jaarverslag. Banken moesten hun beeld bijstellen van de ‘startende ondernemer’: de witte middle class man van in de dertig met vrouw en kinderen thuis. Ze moesten ook gescheiden vrouwen, vrouwen met kinderen en vrouwen die de veertig ruim waren gepasseerd, als hun klanten gaan zien.
Pensioenfonds voor vrouwen
Van oprichter Patti Slegers had Mama Cash nog wel radicaler mogen inzetten. Het was de tijd van discussies over een aparte vrouwenpartij en een eigen vrouwenvakbond. Slegers: ‘We hadden in het begin ook plannen om een vrouwenbank op te richten en een pensioenfonds voor vrouwen op te zetten. Ik betaalde een derde van mijn inkomen aan een pensioenfonds. Al dat geld kwam ten goede aan ‘de hoeksteensamenleving’ die het gezin centraal stelt. Ik wilde dat mijn aandeel geïnvesteerd zou worden in vrouwen die ánders leefden, zoals ikzelf.’
Professionalisering en fondsenwerving
de oprichters aan de keukentafel
Buitenbeentje met geld Eind jaren 80 beraadden de vijf oprichters van Mama Cash zich over een belangrijk besluit voor de toekomst. Moest ze een huiskamer- en vrijwilligersorganisatie blijven, met vergaderingen bij bestuursleden thuis en een archiefkast in de keuken? Of professionaliseren? Dat laatste zou betekenen dat Mama Cash een ‘echte’ organisatie zou worden, met een groeiverwachting en een toekomst, personeel en dus ook hiërarchie. Ondanks de schrik van de door de beurscrash van 1987 veroorzaakte tijdelijke forse dip in de inkomsten, gecombineerd met het feit dat de belastingdienst onverwachts schenkingsrecht over het beginkapitaal opeiste, was Mama Cash feitelijk de huiskamer al ontgroeid. Maar de innerlijke overtuiging was dat zij een buitenbeentje met geld was. Mama Cash moest daarom haar zelfbeeld bijstellen.
Eerste betaalde kracht
Jos Esajas
De vrouwen van het eerste uur, die nog steeds onbetaald werkten, konden de vele subsidieverzoeken al lang niet meer aan. Onder de bezwering dat zij een radicaal, niet-bureaucratisch vrouwenfonds zou blijven, nam Mama Cash in 1987 haar eerste betaalde kracht – Jos Esajas – in dienst. Zij ondersteunde de vrijwilligers, voerde het secretariaat en was spin in het web van de in 1986 opgerichte Werkgroep Garanties, de voorloper van het Mama Cash Garantiefonds.
Eerste kantoorruimte
Mama Cash betrok in 1988 haar eerste kantoorruimte in het gebouw van STEW (Steunpunt Eigen Werk) aan de Weesperzijde 4. Dat was hard nodig. Door alle publiciteit die ze wist te genereren en door de feministische tamtam, werd Mama Cash steeds meer benaderd als expertisecentrum voor vrouwen en geld. In 1989 kwam de eerste stagiair, Will Janssen, bij Mama Cash werken. De aanschaf begin jaren 90 van een pc met een simpele database betekende het begin van automatisering.
Een degelijke boekhouding
Toen de beschikbare middelen, het aantal aanvragen en de organisatie groeiden, nam de noodzaak toe van een controleerbare verslaglegging door middel van een degelijke boekhouding. Vooral het Garantiefonds, dat de aanvragen van ondernemers voor een borgstelling bij de bank beoordeelde, had meer deskundigheid op dat gebied nodig. Mama Cash klopte daarop aan bij een netwerk van vrouwen die bij banken werken, met de vraag of iemand met kennis van zaken haar hierin kon adviseren. Daar reageerde financieel expert Louise van Deth op. ‘Ik werkte in een nette, commerciële mannen- en bankwereld. Ik was niet actief in de vrouwenbeweging, maar wel rebels’, aldus Van Deth. (bekijk interview) Het klikte tussen haar en Mama Cash. Van Deth ging aan de slag, eerst bij het Garantiefonds en vanaf 1990 als penningmeester van het bestuur van Stichting Mama Cash.
Overheadkosten
Mama Cash kon vanaf de oprichting beschikken over het vruchtgebruik van de door oprichter Marjan Sax verstrekte renteloze lening van 2,5 miljoen gulden (1.190.000 euro) voor tien jaar. Daardoor had Mama Cash de eerste jaren zonder al te veel geldzorgen een inhoudelijk beleid en een werkwijze kunnen ontwikkelen. Maar de keuze voor een organisatie met betaald personeel en een kantoor bracht overheadkosten met zich mee.
Eerste fondsenwerving
Ook was het besef gegroeid dat, wil je de wereld veranderen, je maar beter groot kunt zijn. Bovendien zat de schrik van de dip in inkomsten door de beurscrash van 1987 nog flink in de benen. Daarom besloot Mama Cash in 1989 zelf kapitaal aan te gaan trekken via particulieren. Marjan Sax kwam als fondsenwerver in dienst. Fondsenwerving zou niet lang daarna hoe dan ook nodig zijn geweest: Mama Cash moest na tien jaar een begin maken met het terugbetalen van de renteloze lening uit 1983 en met eigen geld verder. De fondsenwerving leverde al snel succes op. In 1989 schonk Myriam Everard, een van de Erfdochters, een aanzienlijk bedrag via een notariële akte. Erfdochter Johanna volgde in 1990 met de schenking van het vruchtgebruik van twee miljoen gulden (950.000 euro) voor tien jaar.
Doorslaand succes
Dank kaart
In Nederland was geen ervaring met hoe een ideëel product als ‘vrouwenemancipatie’ moest worden verkocht. In 1990 werd de campagne ‘Mag Mama die altijd geeft nu U iets vragen?’ gelanceerd. Er werden twee mailings verstuurd aan vrouwen en mannen van wie verondersteld kon worden dat zij Mama Cash een warm hart toedroegen. Deze eerste fondsenwervingsactie werd een doorslaand succes. De actie leverde meer dan honderdduizend gulden (45.000 euro) aan donaties van particulieren op. Marjan Sax: ‘Het was een kwestie van experimenteren en leren door ervaring.’
Oma
In 1990 werd een wijziging in de structuur van Mama Cash doorgevoerd. In plaats van één stichting kwamen er drie nauw met elkaar verbond en stichtingen, ieder met een eigen bestuur. Stichting Mama Cash Garantiefonds voor de startende ondernemers; Stichting Mama Cash Cultuurfonds voor ‘Cultuur en Derde Wereld’, en de overkoepelende Stichting Mama Cash – in de wandelgangen ‘Oma’ genoemd – die zich met het financiële beleid en fondsenwerving bezig hield. In het bestuur van Stichting Mama Cash zaten vertegenwoordigers van de twee andere stichtingen. Eenmaal per jaar werd met alle vrouwen die betrokken waren bij Mama Cash een Algemene Vergadering georganiseerd. Daar werden de beleidsplannen van de verschillende stichtingen besproken en op elkaar afgestemd.
Kinderschoenen
Louise van Deth
Mama Cash nodigde Louise van Deth uit om penningmeester in het overkoepelende bestuur te worden. ’Qua degelijkheid stond Mama Cash nog in de kinderschoenen’, zegt van Deth. ‘Men maakte bijvoorbeeld geen begroting of jaarrekening. Het was een heel gedoe dat netjes te krijgen.’ Ze hield ook de beleggingen tegen het licht. ‘Het betekende voor mij als bankvrouw een flinke ommezwaai in denken. Mama Cash was geen beleggingsfonds dat grote risico’s kon nemen, maar een vrouwenfonds dat degelijk met haar geld moest omgaan. Het geld dat vrouwen ons schonken, moesten wij uitgeven waaraan zíj het wilden besteden. Het accent lag bij Mama Cash niet op bankieren, maar op uitgeven’, aldus Van Deth. (bekijk interview)
In de jaren 1987 – 1990 gaf Mama Cash 243.000 euro aan 246 groepen. In 1990 zijn er achttien vrouwen betrokken bij het werk van Mama Cash waarvan twee part-time betaalde krachten.
Het nieuwe Mama Cash
jaarverslag 2007
Women wake up the world
Het was tijd om voor de komende vijf jaar een nieuw strategisch plan te maken. Het internationale bestuur en de nieuwe directeur Nicky McIntyre, afkomstig uit de internationale wereld van vrouwenrechten, zetten in 2008 ‘alle ramen en deuren wijd open’. Ze kondigden een periode aan van ‘creatief zelfonderzoek’. De activiteiten van Mama Cash van de afgelopen vijf jaar en de ontwikkelingen in de wereld van vrouwenrechten werden uitgebreid onder de loep genomen. Mama Cash wilde, wat betreft de keuze welke groepen te ondersteunen, heldere en scherpe criteria ontwikkelen. Ze wilde meer professionaliteit in de eigen organisatie en een grotere internationale aanwezigheid. Hadden de jaarverslagen in de jaren daarvoor tamelijk esthetische covers, de voorkant van het eerste door McIntyre gemaakte jaarverslag toonde een strijdbare demonstrant die met opgeheven vuist staat voor een rij grimmige politieagenten in volledig gevechtstenue. Het jaarverslag was getiteld: ‘Women wake up the world’. De toon was gezet.
Onderzoek Met het vorige strategisch vijfjarenplan ‘She makes the difference‘ voor de jaren 2004 tot 2008 had Mama Cash geprobeerd meer focus aan te brengen in haar subsidiebeleid. Desondanks liet het onderzoek zien dat het aantal vrouwengroepen dat werd gesteund groter was dan de organisatie aankon. McIntyre: ‘We subsidieerden meer dan 250 groepen per jaar, in bijna 100 landen, die actief waren op uiteenlopende terreinen, met veelal eenmalige subsidies. Het was voor medewerkers een onmogelijke opgave contact te houden met al die groepen.’ Als een aanvraag was goedgekeurd, maakte Mama Cash het geld over. Aan het eind van het jaar werd de groepen gevraagd hoe ze de subsidie hadden besteed. Daarna moesten ze weer op zoek naar nieuwe subsidiegevers. McIntyre: ‘Op deze manier konden de groepen niet groeien en wij konden ze niet de steun geven die ze nodig hadden. Groepen vertelden ons dat ze niet vooruit kwamen, ze hadden meer dan eenmalige projectsubsidies nodig om hun doelen te kunnen verwezenlijken.’
Nauwere contacten
Het netwerk van lokale adviseurs, dat vanaf de jaren 80 was opgebouwd, kon geen uitkomst bieden. Het was in de loop der jaren verouderd en was aan herziening toe.
Ook hadden de wereldwijde nationale en regionale vrouwenfondsen, die onder andere met steun van Mama Cash en de Amerikaanse zusterorganisatie het Global Fund for Women het afgelopen decennium waren ontstaan, voor een deel het werk van Mama Cash overgenomen. Deze vrouwenfondsen onderhielden vaak nauwere contacten met feministische groepen en bewegingen in hun eigen regio dan Mama Cash en financierden hun activiteiten.
Meer geld voor minder groepen
Strategisch Plan 2009-2013
Met het nieuwe strategisch plan voor de jaren 2009 – 2013 met als titel On the Move for Women’s Rights maakte Mama Cash heldere keuzes. Het programmateam van Mama Cash werd niet zoals tevoren in regio’s georganiseerd. Het werd opgedeeld in vier portfolio’s: Lichaam, Geld, Stem en Vrouwenfondsen. Mama Cash wilde meer geld aan minder groepen gaan geven, een kleine honderd per jaar. En dan vooral meerjarensubsidies, zodat de vrouwen-, meiden- en ook transgendergroepen meer tijd zouden krijgen zich verder te ontwikkelen. Het geld moest door de groepen flexibel kunnen worden ingezet. Het moest voor core support zijn: voor het ondersteunen en opbouwen van de organisaties zelf, zoals kosten van salarissen, huur en computers, zaken waarvoor ze bij weinig andere fondsen terecht kunnen. En met de ambitie haar budget in de periode 2009 – 2013 van 4,7 miljoen euro naar 8,5 miljoen te laten groeien, legde Mama Cash voor zichzelf de financiële lat flink hoog.
Groepen geleid door vrouwen zelf
Mama Cash concentreert zich nu op feministische en vrouwenrechtengroepen in de marges van de samenleving die grensverleggend bezig zijn. McIntyre: ‘De groepen werken vanuit het perspectief van mensenrechten en grijpen strategische mogelijkheden aan om structurele veranderingen teweeg te brengen. We besloten ook alleen groepen te ondersteunen die door de vrouwen waar het om gaat geleid worden: bijvoorbeeld sekswerkers door sekswerkers, meiden door meiden of vrouwen met een handicap door vrouwen met een handicap. Deze groepen staan er in hun samenleving alleen voor, ze worden vaak buitengesloten, en ook in de verschillende vrouwenbewegingen worden ze vaak niet geaccepteerd.’ (bekijk interview)
Steun voor opbouwen van vrouwenbewegingen
Community of Practice bijeenkomst
Omdat er tegenwoordig een kleiner aantal groepen wordt gefinancierd, kunnen de programmamedewerkers hen ook meer ondersteuning geven. Deze begeleiding heet accompaniment support. McIntyre: ‘In het Spaans betekent acompañamiento “samen oplopen”.’ Het houdt in dat we er voor elkaar zijn vanuit de gedachte van solidariteit, dat onze programmamedewerkers een groep of vrouwenfonds kritische vragen stellen over hun budget of hun een strategie, en dat we groepen met elkaar en met andere fondsen in contact brengen. Het houdt ook in dat we hun leiderschap en expertise erkennen.’ (bekijk interview)
Mama Cash stimuleert movement building, ze stimuleert het opbouwen van vrouwenbewegingen vanuit diversiteit. Mama Cash doet dit onder andere door het organiseren van regionale en thematische bijeenkomsten. Ze brengt de door haar gesteunde groepen met elkaar in contact, zodat ze uitdagingen waar ze voor staan, succesvolle strategieën en gemeenschappelijke ervaringen kunnen uitwisselen. Op deze manier groeien organisaties en krijgen ze meer invloed.
Vechten tegen discriminatie, geweld en isolement
Voices of Women Media
Groepen die in deze periode worden gesteund zijn onder andere Voices of Women Media in Nederland. Zij leert asielzoekers, slachtoffers van vrouwenhandel, sekswerkers, vrouwen zonder verblijfsvergunning en migrantenvrouwen omgaan met verschillende mediavormen. Op deze manier kunnen ze een waarheidsgetrouw beeld van zichzelf geven dat tegen de stereotiepe beeldvorming over hen in de traditionele media ingaat; ATRAHDOM in Guatemala, dat op nationaal en internationaal niveau met groot succes arbeidsrechten opeist voor fabrieksarbeiders en thuiswerkers; het Namibia’ Women’s Health Network, dat actie voert om sterilisatie van Hiv-positieve vrouwen te voorkomen. Mama Cash steunt ook de vrouwen van de Independent League of Yezidi Kurdish Women in Georgië, die geweld, dat geworteld is in eeuwenoude tradities, aan de kaak stellen; de boerinnen en landpachters van de Peasant Women Society in Pakistan, die zich verzetten tegen intimidatie door militairen en tijdens demonstraties met hun wasstokken tegen pannen slaan; en de vrouwen met een handicap van Sentra Advocasi Perempuan Difabel Dan Anak in Indonesië, die in hun dorpen vechten tegen discriminatie, geweld en isolement, nadat ze lichamelijk werden verminkt door de gevolgen van aardbevingen en een vulkaanuitbarsting.
Influencing philanthropy
Het nieuwe subsidieprogramma is niet de enige grote verandering die Mama Cash doorvoerde sinds 2009. Met de nieuwe strategie ‘Learning for Change’investeert Mama Cash in het ontwikkelen van een wijze van leren en evalueren die aansluit bij haar eigen visie en activiteiten.
Daarnaast wil Mama Cash andere fondsen, instellingen en overheden er toe aanzetten om ook buiten Mama Cash om, meer geld te investeren in vrouwen en meiden. Voor deze lobby-inspanningen is de strategie Influencing Philanthropy ontwikkeld. Deze strategie bouwt voort op de meer spontane activiteiten op dit vlak uit de jaren 80 en 90.
Nieuwe kennis met een nieuw team
Mama Cash team in 2010
Om alle veranderingen door te kunnen voeren, legde Mama Cash de subsidieaanvragen in 2009 een half jaar stil. In deze periode ontwikkelde ze nieuwe procedures en criteria voor subsidies en voor accompaniment support. Het personeelsbeleid kreeg een nieuwe impuls en meer gespecialiseerde medewerkers werden aangetrokken. Marjo Meijer, duovoorzitter van het bestuur sinds 2007: ‘Als je je strategie diepgaand wijzigt, heb je mensen met nieuwe kennis nodig, je moet je team vernieuwen. Sommige medewerkers moesten vertrekken. Dat was zowel pijnlijk voor hen als voor de staf die bleef.’ (bekijk interview)
Renovatie
Ook op praktisch vlak werden de zaken grondig aangepakt. Zo zaten sommige medewerkers in de wintermaanden met hun jas aan achter hun bureaus omdat de verwarming het liet afweten. De ruimte voor grote bijeenkomsten was een akoestische ramp, en het dak lekte. De verhuurder van het pand werd aangespoord de hoognodige verbeteringen aan te brengen en Mama Cash renoveerde de kantoorruimtes. Gratis kantoormeubilair van een in de kredietcrisis van 2008 omgevallen commerciële bank, was een mooie meevaller.
Het bestuur bleef niet achter. Het nam de statuten onder de loep, die nog steeds bestanddelen uit haar verleden als vrijwilligersorganisatie bevatte en maakte er een document van dat voldoet aan de eigentijdse regels van Goed Bestuur. Tevens stelde het voor het eerst in haar bestaan een bestuursreglement op.
Aanzienlijke groei inkomsten
Er wordt weer scherp aan de wind gezeild bij Mama Cash. Ondanks de wereldwijde kredietcrisis van 2008 en de huidige schuldencrisis in Europa groeide het inkomen van Mama Cash aanzienlijk: van 4,7 miljoen euro in 2008 naar 7,7 miljoen euro in 2012. Een groeiende groep van trouwe particuliere donateurs zorgt voor een derde deel van de inkomsten, ongeveer twee derde van het budget is afkomstig van institutionele donoren en overheden.
Vogelvrije vrouwen
urban art project voor Vogelvrije Vrouwen. Foto: AIR SHOOTS
Mama Cash sloot het jaar 2012 af met een spectaculaire actie als ondersteuning van het Mesoamerican Initiative of Women Human Rights Defenders. Onder leiding van kunstenaar Jorge Rodriguez-Gerada maakten Mama Cash vrijwilligers en staf een twee voetbalvelden groot portret van een anonieme vrouwelijke activist. Het portret werd op 10 december, Internationale Dag van de Mensenrechten, gepresenteerd als aftrap van de campagne ‘Vogelvrije Vrouwen,Defend Women who Defend Human Rights’ om het geweld tegen vrouwenrechtenactivisten in Midden-Amerika onder de aandacht te brengen.
Dertigste verjaardag Marjan Sax, oprichter van Mama Cash: ‘Ik ben trots op het nieuwe Mama Cash. Het fonds staat nog steeds voor dezelfde idealen die wij in 1983 als oprichters voor ogen hadden. Ze heeft laten zien dat professionaliteit samen kan gaan met radicaal zijn en activisme. Er is alle reden om in 2013 de dertigste verjaardag van Mama Cash feestelijk te vieren. Met een eerbetoon aan al die vrouwen – vrijwilligers, stafleden, stagiaires, bestuursleden, adviseurs en lastbut not least, particuliere donateurs en grote donoren – die zich hebben ingezet en zich nog steeds inzetten voor de rechten van vrouwen en meiden. En hopelijk met een extra bijdrage van iedereen die begrijpt dat vrouwenrechten essentieel zijn voor een betere wereld.’
Het begin
Erfenis
De Amsterdamse feminist Marjan Sax beschikte sinds 1973 over een flinke erfenis. Lange tijd wist ze niet wat ze ermee moest. In die tijd was de vrouwenbeweging nauw verbonden met de linkse beweging, beide waren antikapitalistisch. Het hebben van geld was in die dagen dan ook verdacht. Marjan Sax: ‘Als ik een bank binnenging, keek ik eerst om me heen of niemand me zag’.
Vijf pioniers Een vriendin drong er op aan panden te kopen waar alleen vrouwen konden wonen. Sax zag daar wel iets in. Ze bracht een deel van haar kapitaal onder in de Marieke Ariëns Stichting, die twee ‘vrouwenhuizen’ in Amsterdam aankocht. Maar eigenlijk wilde ze iets anders. ‘Het geld moest rollen, in beweging zijn’, zegt ze 38 jaar later. Samen met andere lesbische vrouwen uit de vrouwenbeweging smeedde ze een plan. Met z’n vijven waren ze. Eerst Marjan Sax, Dorelies Kraakman en Patti Slegers, en even later ook Lida van den Broek en Tania Leon.
Sax: ‘Het gaf me een gevoel van bevrijding de verantwoordelijkheid voor mijn kapitaal met hen te delen.’ (bekijk interview) Eindeloos praatten ze over wat ze wilden en konden doen met het kapitaal. In lesbisch/feministisch conclaaf bijeen kon er eindelijk ook gelachen worden over geld.
Kassa
Het plan was er al 1982, maar de feitelijke, statutaire oprichting van Stichting Mama Cash, ‘particulier fonds voor vrouwenprojecten’, vond plaats in 1983. Mieke van Kasbergen, destijds een Amsterdamse taxichauffeur, bedacht de naam ‘Mama Cash.’ Vrij naar zangeres Cass Elliot – Mama Cass – van zanggroep TheMamas and the Papas.
Marjan Sax
Marjan Sax was niet de eerste vermogende vrouw in Nederland die ‘iets goeds’ wilde doen met haar geld. Ook in het verleden zijn voorbeelden te vinden van rijke dames die vermogensfondsen oprichtten om de belangen van vrouwen te behartigen. Hun goede werken betroffen vooral liefdadigheid. Bij Mama Cash ging het meer om ‘aktie’, om verandering. De oprichters wilden een zelfstandig ‘vrouwen-geldcircuit’ creëren en met dit geld de wereld veranderen. Het logo verbeeldde de intenties van de oprichters zonder omhaal: de toetsen van een kassa, met daarop de letters M A M A C A S H. En zo begon rond de keukentafel van Patti Slegers het avontuur van de vijf pioniers. ‘Het was zoeken in het begin’, zegt Sax. (bekijk interview)
Geheim Sax gaf Mama Cash een renteloze lening van 2,5 miljoen gulden (1.135.000 euro), het vruchtgebruik was voor de organisatie. Het geld werd op de beurs belegd in obligaties en aandelen. In de eerste jaren bracht dat ongeveer 200.000 gulden (91.000 euro) per jaar op. De afspraak was om geheim te houden dat Marjan Sax de geldschieter was. Met een stalen gezicht kon ze zeggen: ‘Er is een vrouw die een grote lening aan Mama Cash heeft verstrekt’.
Geïnspireerd door een ontmoeting in de Verenigde Staten met Tracy Gary, die daar vermogende vrouwen bij elkaar had gebracht in Resourceful Women, kwam Sax in 1989 in een interview met weekblad Vrij Nederland uit de kast als vermogende vrouw. Sax: ‘Ik kreeg daar veel reacties op, bijna allemaal positief. Het hielp natuurlijk dat ik het geld niet voor mezelf gebruikte, maar voor Mama Cash. Ik hoefde niet meer te liegen of smoezen te verzinnen over mijn financiën, dat was een enorme opluchting.’
Grote financiers
Pragmatisme en principes
Samenwerken met de Nederlandse overheid en hulporganisaties was aanvankelijk taboe bij Mama Cash. ‘In de vrouwenbeweging speelden discussies over meedoen met bestaande organisaties, of onafhankelijk blijven en apart werken. Wij waren onderdeel van de vrouwenbeweging, dus voerde Mama Cash deze discussies ook’, aldus oud-directeur Lilianne Ploumen. Maar er was meer geld nodig om de aanvragen van vrouwengroepen te kunnen honoreren en pragmatisme won het van principes. Ploumen: ‘Het belangrijkste criterium werd dat wij zelfstandig konden blijven beslissen over de manier waarop het geld werd besteed.’
Grenzen aftasten
Ook waren er twijfels over het accepteren van geld van Amerikaanse fondsen. Ploumen: ‘Wilden we in hun vaarwater werken? We tastten hun en onze eigen grenzen af om zoveel mogelijk vrijheid te houden het geld te besteden zoals wij wilden.’
Will Janssen aan het werk
Wat betreft bedrijven was Mama Cash nog kritischer. Geld van bijvoorbeeld multinational Shell werd niet aangenomen. Will Janssen, destijds manager Zuidenfonds: ‘We hadden hele discussies over het accepteren van geld van Shell. We hebben dat uiteindelijk geweigerd. Mama Cash steunde vrouwengroepen in Nigeria en Shell vervuilde daar het milieu. Dat ging voor ons niet samen.’
Samenwerken met ontwikkelingsorganisaties
Lilianne Ploumen boorde vele nieuwe geldbronnen aan. Als voormalig medewerker van Foster Parents Plan (nu Plan Nederland), was ze goed bekend met de wereld van ontwikkelingssamenwerking. Novib was in 1996 de eerste ontwikkelingsorganisatie die Mama Cash subsidieerde. Vanaf die tijd kreeg Mama Cash flinke bedragen om vrouwengroepen in het Zuiden te ondersteunen van organisaties zoals Novib, Hivos, Cordaid en Stichting DOEN. Will Janssen: ‘Financieren via het kleine Mama Cash, met haar fijnmazig netwerk van contacten met grassroots organisaties, was voor de grote ontwikkelingsorganisaties een manier om kleine vrouwengroepen te bereiken.’
Amerikaanse fondsen
Vanaf 1997 benaderden Lilianne Ploumen en Will Janssen ook Amerikaanse fondsen. Tijdens een werkbezoek aan de Verenigde Staten bezochten zij onder andere de Ford Foundation en de Soros Foundation. Mama Cash, het kleine radicale fonds from Holland was daar bekend en dwong bewondering af.
Een aantal fondsen wilde graag samenwerken en doneerde grote bedragen. De John D. and Catherine T. MacArthur Foundation gaf vanaf 1998 voor drie jaar jaarlijks 200.000 gulden (90.000 euro) aan Mama Cash voor vrouwengroepen in het Zuiden. De Ford Foundation gaf geld voor projecten van lesbische vrouwen in het Zuiden en van migranten- en vluchtelingenvrouwen in Midden- en Oost-Europa. De Packard Foundation schonk Mama Cash 100.000 gulden (45.000 euro) voor projecten rond reproductieve rechten.
Meer risico nemen
Will Janssen: ‘Omdat Mama Cash een relatief kleine organisatie was, konden wij meer risico nemen. Ging er een keer iets mis, dan was de schade voor de donoren gering.’ Ploumen: ‘Die fondsen besteedden werk uit op terreinen die voor hun moeilijker lagen, zoals op het gebied van sekswerk en lesbische vrouwen. We hebben in die tijd relaties gelegd met mainstream fondsen, waar vrouwen wereldwijd tot op de dag van vandaag veel plezier van hebben.’ (bekijk interview)
Geld van de Nederlandse overheid Het eerder gehuldigde principe dat Mama Cash geen geld van de overheid aannam, ging onder leiding van Ploumen spoedig overboord. ‘Het geld van de overheid was ook ons geld, vonden we inmiddels’, aldus Ploumen. In 1999 deed de Nederlandse overheid voor het eerst een flinke duit in het zakje. Het ministerie voor Buitenlandse Zaken gaf 400.000 gulden (190.000 euro) voor het Zuidenfonds en het ministerie voor Sociale Zaken en werkgelegenheid gaf 58.000 gulden (28.000 euro) voor het Cultuurfonds en het organiseren van cursussen over fondsenwerving. Lilianne Ploumen: ‘Het was een win-winsituatie. De overheid en hulporganisaties vonden ons interessant. De vrouwen die wij bereikten konden ontwikkelingen in gang zetten die zij ook nastreefden.’
Grote trek naar het Zuiden
De Nederlandse overheid, ontwikkelingsorganisaties en Amerikaanse fondsen waren bondgenoten van Mama Cash geworden bij het investeren in vrouwenrechten. Mama Cash sluisde de nieuwe geldstromen door naar haar netwerk van vrouwengroepen en kon zo veel meer groepen ondersteunen. Bestond het inkomen van Mama Cash tot 1996 alleen uit geld van particulieren, in 2000 kwam ongeveer een derde van de inkomsten uit subsidies van de Nederlandse overheid en grote fondsen. Het betekende niet alleen een forse groei van het te besteden kapitaal, het hield ook in dat er relatief meer geld ging naar groepen in het Zuiden. Lilianne Ploumen zegt er het volgende over: ‘Het was voor ons makkelijker om geld te werven voor groepen daar dan voor groepen in Nederland.’ Dat Mama Cash steeds internationaler werd had ook haar keerzijde. Ploumen: ‘Daarmee is Mama Cash haar positie in het publieke debat in Nederland kwijt geraakt.’ (bekijk interview)
Onderdeel wereldwijde vrouwenbeweging
De groei van het te besteden kapitaal en van het aantal vrouwengroepen dat subsidie kreeg onder Ploumen, was vooral te danken aan het binnenhalen van ontwikkelingsgelden. Dreigde Mama Cash daarmee een feministisch verlengstuk van ontwikkelingsorganisaties te worden? Oprichters Marjan Sax en Lida van den Broek vinden van niet. Van den Broek: ‘Het was eerder omgekeerd, medewerkers van ontwikkelingsorganisaties kregen door het contact met Mama Cash meer oog voor het belang van empowerment van vrouwen.’ (bekijk interview) Sax: ‘Mama Cash was en is nog steeds een feministisch vrouwenfonds en onderdeel van de wereldwijde vrouwenbeweging, waarin autonomie en zelfbeschikkingsrecht van vrouwen voorop staan. Ontwikkelingsorganisaties en mensenrechtenorganisaties gebruikten ons om de vrouwenstem in hun werk te laten horen. Maar daarmee werden wij geen ontwikkelingsorganisatie.’
In de jaren 1995 tot 2000 gaf Mama Cash 4.185.000 euro uit aan 2225 groepen. In het jaar 2000 waren er 33 vrijwilligers en 21 veelal parttime betaalde krachten in dienst.
Groei zet door
Meer betaalde krachten
In 1991 verhuisde Mama Cash naar het huidige kantoor aan de Eerste Helmersstraat 17. Er waren drie ruimtes, het kantoor van de office-manager dat ook dienst deed als vergaderkamer, garderobe, bergruimte en keuken. Het aantal aanvragen nam toe, het werk groeide en geleidelijk aan kwamen er meer betaalde krachten in dienst: van twee parttimers in 1991 naar vijf in 1995. Zij assisteerden de oprichters en een enthousiaste groep van vrijwilligers en adviseurs.
Eerste accountantsverklaring
Vooral het beoordelen van de aanvragen van vrouwengroepen uit het Zuiden was zeer arbeidsintensief en vroeg om meer deskundigheid. In 1991 werd daarom het Zuidenfonds afgesplitst van het Cultuurfonds dat daarna alleen aanvragen uit Nederland behandelde, en doorging als Cultuurfonds Nederland. Het Cultuurfonds stelde op initiatief van mede-oprichter Dorelies Kraakman in 1991 de jaarlijks uit te reiken Mama Cash Kunstprijs in met als doel Nederlandse vrouwelijke kunstenaars zichtbaarheid en erkenning te geven.
Vanaf 1994 werden de jaarrekeningen voor het eerst gecontroleerd door een accountant. In 1995 kreeg Mama Cash een internetaansluiting. Dat vergemakkelijkte de contacten, vooral met de groepen uit de vrouwenbeweging in het Zuiden. Ook kreeg Mama Cash een eigen website.
10 jaar Mama Cash
Het eerste lot in de Mama Cash loterij
Ter erevan haar 10-jarig bestaan organiseerde Mama Cash een feest en een loterij. Hedy d’Ancona, Minister van Welzijn Volksgezondheid en Cultuur, kocht het eerste lot. Twee maanden lang reisden medewerkers, bestuursleden en vrijwilligers door het land om loten te verkopen. De opbrengst was boven verwachting, er werden meer dan 8500 loten verkocht voor in totaal 105.000 gulden (50.000 euro).
Op 19 november 1993 werd het 10-jarig jubileum gevierd in feestzalencomplex Marcanti. Onder het motto: ‘Eén avond in de schoenen van Mama Cash’ werden onder de ruim 700 aanwezigen vijf initiatieven gepresenteerd die geld hadden aangevraagd bij Mama Cash. Het publiek kon met behulp van geld-fiches de gepresenteerde projecten en bedrijven te steunen. ‘Mor Cati’, het eerste vrouwenopvanghuis in Istanbul, was de onbetwiste favoriet van het publiek en ging met ruim 7500 gulden (3600 euro) terug naar huis. Optredens van zangeres Mathilde Santing en Yulduz Usmanova met haar wervelende band uit Oezbekistan sloten het feest af.
Fondsenwerving politiek maken
Lilianne Ploumen en Jos Esajas
In 1995 besloot Mama Cash te investeren in extra personeel om nieuwe fondsenwervende activiteiten te ontwikkelen. Daarvoor werd Lilianne Ploumen aangetrokken, voorheen werkzaam bij Foster Parents Plan (nu Plan Nederland). Voordat Ploumen in dienst kwam, wierf Mama Cash ongeveer 5.000 gulden (2.200 euro) per maand aan kleine schenkingen van particulieren. Daarnaast waren er grotere giften van de Erfdochters. Ploumen: ‘We moesten fondsen werven, wilde Mama Cash autonoom blijven en zelf haar agenda blijven bepalen zonder overheidsinmenging. Mensen persoonlijk om grote bedragen vragen was ongebruikelijk in Nederland. En geld vragen voor emancipatie van vrouwen en meiden was nog nooit vertoond. Welzijn en emancipatie werden in die tijd door de overheid betaald.’ Maar Mama Cash dééd het. Ploumen: ‘We wisten het taboe te doorbreken dat geld geven aan de vrouwenzaak not done was. We maakten fondsenwerving politiek.’ (bekijk interview)
Workshops fondsenwerving
Door de bezuinigingen van de Nederlandse overheid werden steeds meer maatschappelijke organisaties gedwongen geld aan te boren bij nieuwe bronnen. Aangezien Mama Cash in Nederland een van de eerste organisaties in de vrouwenbeweging was die zich met fondsenwerving bezig hield, werd er vaak een beroep gedaan op haar expertise. Via workshops gaf ze haar kennis en ervaring op dit gebied door aan andere vrouwenorganisaties.
Mama Cash Workshop in Beijing
Vierde Wereldvrouwenconferentie in Beijing
Op het Forum van de Vierde Wereldvrouwenconferentie in Beijing in 1995, kwamen 25.000 vrouwen van over de hele wereld bij elkaar. De vrouwen uit het Westen vielen in het niet bij de grote aantallen vrouwen uit Afrika, Azië, Latijns-Amerika en Oost-Europa. Het was duidelijk dat niet het rijke Westen, maar het Zuiden de navel en de inspiratiebron van de vrouwenbeweging was geworden. Mama Cash was er vertegenwoordigd met zes vrouwen, terwijl ze 39 reisbeurzen verstrekte aan vrouwen uit het Zuiden. In het slotdocument van de conferentie werd onder meer opgenomen dat vrouwen recht hebben te beslissen over hun eigen seksualiteit, inclusief hun seksuele en reproductieve gezondheid, vrij van dwang, discriminatie en geweld. Ook het erfrecht voor vrouwen en meisjes werd erkend.
Onafhankelijke vrouwenfondsen
Ze organiseerde er een zeer goed bezochte workshop over haar activiteiten. Daarin kwam onder andere haar rol als geldgever ter sprake. Vrouwen uit Afrika beschuldigden het Westen ervan een westers-kapitalistisch model van ontwikkeling op te leggen. Mama Cash was het daarmee eens en stelde dat zij juist autonome groepen steunde die aan radicale maatschappelijke veranderingen werkten.
Ook was er een door Amerikaanse vrouwenfondsen georganiseerde bijeenkomst over de noodzaak van een wereldwijd feministisch geldcircuit van onafhankelijke vrouwenfondsen. In Mexico was in 1991 al een vrouwenfonds van start gegaan, Semillas, terwijl in een aantal andere landen vergevorderde plannen bestonden voor het opzetten van eigen vrouwenfondsen. Mama Cash steunde deze initiatieven van harte.
In de jaren 1991 – 1995 gaf Mama Cash 846.000 euro aan 711 groepen. In 1996 waren er 24 vrijwilligers betrokken bij het werk van Mama Cash, en 7 parttime betaalde krachten.
Eerste strategische vijfjarenplan
Nieuwe tijd Met het eerste strategisch vijfjarenplan in haar geschiedenis, ‘She makes the difference’ (2004 – 2008), dat onder leiding van directeur Ellen Sprenger was ontwikkeld, maakte Mama Cash zich op voor een nieuwe tijd. Het stimuleren van het wereldwijd oprichten van onafhankelijke regionale en nationale vrouwenfondsen bleef een prioriteit. Mama Cash ging door met het ondersteunen van vrouwengroepen die taboe-onderwerpen aanpakten. Het aantal thema’s werd echter beperkt: liever toespitsen dan alles aanpakken. Gefocust werd op lichamelijke integriteit, economische rechtvaardigheid, vrede en veiligheid, zeggenschap en participatie en kunst, cultuur en media.
Mama Cash moest weer scherper stelling nemen, actiever en eigenwijzer zijn. Bovendien wilde ze, naast haar rol als geldverstrekker, ook de filantropische wereld beïnvloeden. Anderen moesten ervan worden overtuigd meer geld in vrouwenrechten te investeren. Ten slotte wilde Mama Cash de kwaliteit van de evaluaties van de door haar gegeven subsidies verbeteren. Ze wilde het effect van zowel haar eigen inspanningen als die van de gesteunde groepen beter zichtbaar maken.
Eigen kompas
Hanneke Kamphuis
Hanneke Kamphuis, afkomstig van ontwikkelingsorganisatie Stichting Nederlandse Vrijwilligers, volgde Sprenger in 2004 op als directeur. Zij ging het nieuwe vijfjarenplan ten uitvoer brengen. Zij moest ook rust brengen in de organisatie die in het begin van het nieuwe millennium danig in beroering was gebracht door de definitieve overgang van vrijwilligers naar betaalde krachten. Na het vertrek van de laatste oprichters – Marjan Sax en Lida van den Broek – in 2003 moesten bestuur en staf op eigen kompas verder.
Blik naar Zuiden en Midden- en Oost-Europa
Met het stopzetten van het Cultuurfonds in 2001, het Garantiefonds in 2002 en de Mama Cash Kunstprijs in 2004 was de blik van Mama Cash nog meer dan tevoren vooral naar het Zuiden en Midden- en Oost-Europa gericht.
Groepen zoals Organisation for Women’s Freedom in Iraq, die tijdens de in 2003 door de Verenigde Staten begonnen oorlog in Irak opvanghuizen voor mishandelde vrouwen opzette, Cross in India, dat gelijke betaling eist voor gelijk werk op de rubberplantages, StudioMobile in Georgië dat via radio, TV en een rondreizend videotheater mensen in afgelegen gebieden in aanraking brengt met vrouwenrechten, en het Relacahupan netwerk in Zuid Amerika dat strijdt voor het ontmedicaliseren van zwangerschap en bevalling, kregen in deze periode geld van Mama Cash.
Hoewel Mama Cash gewoonlijk niet aan noodhulp doet, ging Mama Cash na de tsunami die vele landen rondom de Stille Zuidzee in 2004 trof, via haar netwerk van adviseurs op zoek naar vrouwengroepen die ze kon steunen. Ze ondersteunde onder andere Siyath, een organisatie in Sri Lanka die vrouwelijke thuiswerkers voorzag van kapitaal voor nieuwe voorraden kokosbast, die door het watergeweld waren weggespoeld.
Internationale samenwerking
In het nieuwe millennium ging Mama Cash verschillende vormen van samenwerking aan met internationale feministische organisaties. Die waren aan het eind van de twintigste eeuw sterk gegroeid en hun invloed was aanzienlijk toegenomen. Zo testte Mama Cash samen met andere vrouwenfondsen het evaluatie-instrument Making the Case. Dit was een door het Women’s Funding Network (WFN) ontworpen methode om de impact van de gegeven subsidies te evalueren. Ook werd samen met het WFN Smart Growth uitgedacht, een instrument voor organisatieontwikkeling van vrouwenfondsen.
Schokkende feiten
Daarnaast werkte Mama Cash samen met de Association for Women’s Rights in Development (AWID). AWID is een internationaal netwerk dat wereldwijd bewegingen en organisaties die opkomen voor vrouwenrechten en vrouwenrechtenactivisten ondersteunt, opdat ze meer gehoord worden en meer invloed hebben. Samen met AWID publiceerde Mama Cash in 2005 het boek The Future of Women’s Rights. Het boek analyseerde de positie van vrouwen vanuit het perspectief van veertien activisten uit verschillende werelddelen, uitmondend in strategische notities voor de toekomst van de internationale vrouwenbeweging.
In hetzelfde jaar presenteerde AWID het eerste rapport Where is the money for Women’s Rights? met daarin het schokkende feit dat wereldwijd slechts 3,6 procent van het geld voor ontwikkelingssamenwerking besteed werd aan gelijke rechten voor vrouwen en meiden. Vanuit de Europese Unie was dat zelfs een schamele 0,04 procent.
Badkuiprace
Badkuiprace 2007
Voor Mama Cash betekende het AWID-rapport een extra aansporing om haar fondsenwervingsactiviteiten uit te breiden. Ze startte in 2005, in navolging van het HER Fund in Hong Kong, de ‘Campagne 88 Dagen’. Deze Campagne begon op 10 december, de Internationale Dag van de Mensenrechten en eindigde 88 dagen later op 8 maart, Internationale Vrouwendag. Het werd de eerste online campagne in de geschiedenis van Mama Cash. De campagne gaf een enorme impuls aan de online community van de organisatie. In die 88 dagen werd de website vaker bezocht dan in de twee jaar daarvoor. Bezoekers konden e-cards versturen, een petitie voor de Europese commissie over het gebrek aan geld voor vrouwenrechten ondertekenen, hun stem uitbrengen op een van de zes genomineerde vrouwengroepen voor de ‘Mama Cash (she changes the world) Award’ en last but not least geld doneren. De campagne bracht 135.000 euro op en werd door de Amerikaanse ePhilantropy Foundation genomineerd voor de ePhilanthropy Award. Mama Cash voerde deze baanbrekende Campagne 88 Dagen vier jaar op rij, elk jaar met een ander thema. In 2007 en 2008 werd de campagne afgesloten met een spectaculaire badkuiprace door een van de Amsterdamse grachten.
WOMEN Inc.
Magriet van der Linden bij de Mama Cash stand op het Women Inc Festival in 2011
Ook in Nederland zocht Mama Cash nieuwe samenwerkingsverbanden. Er bestond behoefte aan een eigentijds platform voor de vrouwenbeweging. Daartoe nam Mama Cash het initiatief: samen met de Founding Mothers, een voor die gelegenheid geformeerd netwerk van vrouwen uit diverse sociaal-economische organisaties, stond Mama Cash aan de wieg van WOMEN Inc..Women Inc. is inmiddels uitgegroeid tot een organisatie waar vrouwen van alle leeftijden, achtergronden en disciplines elkaar kunnen ontmoeten, hun stem laten horen en hun krachten kunnen bundelen. WOMEN Inc. organiseert talkshows, netwerken en acties en een tweejaarlijks groots opgezet en druk bezocht vrouwenfestival. Mama Cash was prominent aanwezig bij diverse activiteiten van WOMEN Inc., zoals de festivals in 2005 en 2007, en samen organiseerden zij diverse 8 maartbijeenkomsten (internationale vrouwendag).
Zeventig miljoen
In 2007 begon Mama Cash serieus werk te maken van haar voornemen om overheden, fondsen en niet-gouvernementele organisaties te overreden meer geld in vrouwenrechten te investeren. In dat jaar riep de Nederlandse overheid in het kader van de millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties het zogenaamde ‘MDG3 Fonds’ in het leven. Samen met organisaties als Hivos, Cordaid en Oxfam Novib dacht Mama Cash mee over de criteria en richtlijnen van het fonds. Mama Cash kwam weliswaar niet zelf in aanmerking voor MDG3-gelden, maar zij spande zich ervoor in dat ook gemarginaliseerde groepen binnen de vrouwenbewegingen een flinke financiële injectie zouden krijgen.
Zo zorgde Mama Cash ervoor dat de minimale aan te vragen subsidie niet 700.000 euro was, maar 300.000, zodat ook kleinere organisaties geld konden aanvragen bij het fonds. Het MDG3 Fonds werd een groot succes. Omdat de kwaliteit van de aanvragen zo goed was, keerde de Nederlandse overheid in 2008 niet de oorspronkelijk geplande 50 miljoen, maar 70 miljoen euro uit aan 45 vrouwenrechtenorganisaties en vrouwenfondsen. Veertien van de deze organisaties werden eerder gesteund door Mama Cash.
Internationale bestuursleden
Het bestuur in 2008
Niet alleen haar werkveld, maar ook Mama Cash zelf werd steeds internationaler. Met name het programmateam werd versterkt met vrouwen afkomstig uit vrouwenbewegingen van verschillende werelddelen. Met hun komst werd Engels steeds meer de voertaal op het Amsterdamse kantoor. In 2006 kwamen vier vrouwen uit de internationale vrouwenrechtenbeweging het tot dan toe uit Nederlandse vrouwen bestaande bestuur versterken. Directeur Kamphuis: ‘Als je een internationale organisatie bent, internationaal subsidie verstrekt, internationaal fondsen werft en medewerkers uit alle windstreken in dienst hebt, moet je natuurlijk ook een internationaal bestuur hebben.’
Het jaar daarop kreeg het bestuur twee voorzitters, de Russische vrouwenrechtenactivist Anastasia Posadskaya-Vanderbeck en de Nederlandse arts Marjo Meijer, activist en erfdochter van het eerste uur. Terwijl vanaf 1996 het jaarverslag zowel in het Nederlands als in het Engels verscheen, werd het vanaf 2008 alleen nog in het Engels gedrukt. De Nederlandse versie was voortaan alleen digitaal op de website van Mama Cash te vinden.
Inhaalslag
Bij Mama Cash, dat altijd had geijverd voor gelijke rechten voor vrouwen overal ter wereld, hadden arbeidsrechten voor de eigen – inmiddels ruim dertig werknemers – relatief weinig aandacht gehad. Om in de pas te gaan lopen met goed Nederlands werkgeverschap werd in 2006 een personeelsvertegenwoordiging in het leven geroepen. Ondanks het feit dat de salarissen in 2004 aan de CAO Welzijn werden gerelateerd, waren ze achtergebleven bij wat voor die tijd gebruikelijk was: het was een late echo van haar verleden als vrijwilligersorganisatie. Door de lage salarissen werd het steeds lastiger voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken. In 2007 werd een inhaalslag gemaakt, van een flink aantal functies werden de salarisschalen verhoogd.
Nieuwe wind
Het vernieuwde bestuur liet een daadkrachtige nieuwe wind waaien door de organisatie. Marjo Meijer, duovoorzitter van het bestuur: ‘Elke organisatie raakt op een gegeven moment over haar groei heen. Dan heb je nieuwe energie, een nieuwe impuls nodig.’ (bekijk interview) Het bestuur benoemde in 2008 de een jaar tevoren als manager Fondsenwerving & Communicatie in dienst gekomen Nicky McIntyre tot directeur. McIntyre had daarvoor gewerkt bij het Amerikaanse zusterfonds Global Fund for Women. Ze werd de eerste niet-Nederlandse directeur van de organisatie.
In de jaren 2004 – 2008 gaf Mama Cash 12.159.000 euro aan 1234 groepen. In 2008 waren er 24 betaalde krachten op voltijdsbasis in dienst en waren er 28 vrijwilligers parttime verbonden aan Mama Cash.
Eerste jaren
Drukkerij ‘Las Muchachas’
Tegencultuur
In Nederland subsidieerde Mama Cash in de eerste jaren veel ‘cultuur’. Onder cultuur viel onder andere het radicale deel van Nederlands rijkgeschakeerde vrouwenpers. Niet alleen bladen als literair tijdschrift Lust & Gratie, Ashanti, een blad voor en door Surinaamse vrouwen, lesbisch tijdschrift DIVA, en Slechte Meiden, een vrouwenblad over seks, ontvingen geld, ook radioprogramma’s, uitgeverijen, archieven, documentatiecentra, drukkerijen en boekwinkels voor en door vrouwen zagen hun aanvraag voor subsidie beloond. Deze organisaties waren meestal geen bedrijven die geld wilden verdienen, maar stichtingen zonder winstoogmerk. ‘De financiering van de autonome vrouwenpers was bewust’, zegt oprichter Marjan Sax. ‘We wilden als vrouwenbeweging gehoord worden en een alternatief bieden met een feministische drukpers. Het was een strategische keus voor een eigen cultuur, een tegencultuur buiten de instituties van de gevestigde orde.’
Feministische infrastructuur
Ook met geld voor ontmoetingsplaatsen voor vrouwen en vrouwenhulpverlening betaalde Mama Cash in Nederland mee aan een feministische infrastructuur. Mama Cash schonk en leende onder andere aan vrouwen- en meidenhuizen, vrouwengezondheidscentra, vrouwentelefoons en centra voor zelfverdediging, die in die tijd als paddenstoelen uit de grond schoten. Zo ondersteunde ze de Helse Hex, een opvanghuis voor vrouwen die wegliepen uit de psychiatrie, of bang waren te worden opgenomen. Ook het Meidenhuis – een woon- en opvangvoorziening voor meisjes en jonge vrouwen die misbruikt, mishandeld, of in hun vrijheid bedreigd worden – en Blijf van m’n Lijf – een organisatie voor opvang en bescherming van mishandelde vrouwen – kregen subsidie van Mama Cash. De giften en leningen verschaften een financieel fundament aan feministische activiteiten die in de marges van de Nederlandse samenleving opbloeiden.
Niet alle initiatieven die door Mama Cash gesteund werden, hielden het hoofd boven water. Een aantal organisaties schonk bij opheffing het resterende geld aan Mama Cash terug, zodat het opnieuw in roulatie gebracht kon worden. Maar het merendeel kon zichzelf na verloop van tijd prima bedruipen.
Vrouwelijke ondernemers
Mama Cash steunde ook beginnende vrouwelijke ondernemers. Begin jaren 80 was het in Nederland voor beginnende ondernemende vrouwen moeilijk om bij banken een lening te krijgen voor hun plannen, banken hadden vooroordelen over het ondernemend vermogen van vrouwen. Ook hadden vrouwen vaak te weinig eigen kapitaal om een onderneming te beginnen. Mama Cash wilde niet alleen de verschillende behandeling van vrouwen en mannen door banken aan de kaak stellen, ze wilde vrouwelijke ondernemers ook daadwerkelijk ondersteunen. Met publiciteit, netwerken en campagnes bracht Mama Cash onder de aandacht dat vrouwelijke ondernemers, die met hun ondernemingsplan niet terecht konden bij banken, bij haar konden aankloppen voor een gift of een lening. Omdat Mama Cash kleinschalige ondernemingen steunde, ging het om relatief kleine bedragen.
Borgstellingen
Maar deze rol als geldverschaffer voor ondernemers leverde al snel problemen op: Mama Cash was geen bank, maar een actiegroep met geld. Ze beschikte over een relatief gering vermogen en de giften en leningen aan beginnende ondernemers legden een te groot beslag op haar kapitaal. Bovendien had ze niet de menskracht en knowhow in huis om de bedrijfsvoering van haar ‘klanten’ te controleren.
Daarop begon Mama Cash de onwillige banken te benaderen om alsnog leningen aan vrouwelijke ondernemers te verschaffen. Om de banken over de streep te trekken ging Mama Cash garant staan voor de leningen. ‘Deze borgstellingen waren een zelfverzonnen model’, aldus oprichter Marjan Sax.
Garage ‘De Knalpot’
Doorbreken van sekserollen
Niet toevallig kregen drukkerij de Ziedende Zeef, garagebedrijf de Knalpot en My Sin, de eerste sekswinkel in Nederland voor vrouwen, wél een lening en het Nederlandse warenhuis HEMA niet. De Ziedende Zeef en de Knalpot dienden immers het hogere doel van het doorbreken van sekserollen, ze boden werk aan vrouwen in mannenberoepen. Het Rotterdamse My Sin keek – anders dan andere seksshops – vanuit de vrouwelijke klant naar seksartikelen en lingerie. ‘Wij hadden geen enorme kunstpenissen in het assortiment’, zegt eigenaar Wilma Brokling. ‘We brachten subtiele porno in plaats van opengesperde vagina’s, die vooral mannen leuk vinden.’ In 1990 vroeg de HEMA het vrouwenfonds om duizend gulden te schenken voor de uitreiking van een HEMA-emancipatieprijs. De winkel kreeg niets. In notulen uit die tijd staat dat Marjan Sax fulmineerde: ‘Onzin!’ Ze zou de aanvragers ‘van katoen geven’.
Ontstaan Garantiefonds
In het begin beoordeelden de oprichters van Mama Cash alle aanvragen zelf. In 1986 kwam er een aparte Werkgroep Garanties, die de aanvragen van ondernemers beoordeelde en die de oprichters adviseerde al dan niet tot financiering over te gaan. In 1987 werd de werkgroep ondergebracht in een eigen stichting met een eigen bestuur, Stichting Mama Cash Garantiefonds.
Erfdochters
Ondernemingslust bij vrouwen bevorderen was één ding, maar Mama Cash wilde méér. Vrouwen moesten ook verantwoordelijkheid voor hun geld nemen. Marjan Sax en andere vrouwen met geërfd geld vormden in 1985 de Erfdochters, een onafhankelijk netwerk van vrouwen die de verantwoordelijkheid voor hun kapitaal niet aan echtgenoot, broer of bank wilden overlaten. Zij leerden zelf beslissingen nemen over hun kapitaal en er iets zinvols mee te doen.
Internationaal
Mama Cash was net als andere feministische en linkse organisaties in die tijd internationaal georiënteerd. Autonome vrouwengroepen in de ‘Derde Wereld’ (zoals veel landen in het Zuiden in die tijd werden genoemd) die de zelfstandigheid en bewustwording van vrouwen bevorderden, financierde Mama Cash graag. Zo subsidieerde ze in die begintijd onder andere vrouwenstraattheater in Jamaica en een bijeenkomst over vrouwengezondheidszorg in Mexico.
Anders dan in Nederland, waar Mama Cash ook de beurs trok voor vrouwen die een bedrijf wilden beginnen, besloten de oprichters zich in het Zuiden niet op vrouwenbedrijven te richten. Daar was de Women’s World Banking voor, staat in het eerste jaarverslag te lezen. Ook wilde Mama Cash geen ontwikkelingsgeld geven: ‘Geen mandjes vlechten’ en ‘geen waterputten’, zeggen oprichters Marjan Sax en Lida van den Broek onafhankelijk van elkaar. ‘Het moest op z’n minst over empowerment gaan’, aldus Van den Broek. (bekijk interview)
Nairobi
In 1985 vertegenwoordigden oprichters Patti Slegers en Dorelies Kraakman Mama Cash op het NGO Forum, de schaduwconferentie tijdens de Derde VN Wereldvrouwenconferentie in Nairobi. ‘Onze missie was contacten leggen en vrouwen vinden die adviseur voor ons konden zijn’, zegt Slegers. ‘Ook zochten we iemand die we onze jaarlijkse studiebeurs konden geven.’ De conferentie in Nairobi betekende voor Mama Cash een extra impuls om vrouwen in het Zuiden te ondersteunen.
In 1985 bezochten de oprichters voor het eerst een congres van Amerikaanse vrouwenfondsen in de Verenigde Staten. ‘Een spannende onderneming voor ons, en voor de Amerikanen een beetje schokkend’, zegt Marjan Sax: ‘Wij waren expliciet lesbisch en stelden dat ook aan de orde.’ (bekijk interview)
Eerste internationale vrouwenfonds
De oprichters schreven in het voorwoord van het eerste jaarverslag dat Mama Cash het eerste vrouwenfonds in Nederland was, dat ‘financiële steun biedt aan de veelheid van initiatieven die het feminisme in praktische en theoretische zin bevorderen.’ Ze realiseerden zich op dat moment niet dat hun initiatief veel revolutionairder was: ze hadden het eerste internationale vrouwenfonds ter wereld opgericht. Tot in 1987, geïnspireerd door Mama Cash, het Global Fund for Women in San Francisco werd opgezet, was Mama Cash het enige vrouwenfonds dat over de eigen landsgrenzen keek en internationaal financierde.
In de jaren 1983 – 1986 gaf Mama Cash 517.000 euro aan 199 vrouwengroepen. A het werk werd door vrijwilligers gedaan.